Mogelijkmakende omgeving

Van binnenuit en van buitenaf

Een mogelijkmakende omgeving is dynamisch. Er is een voortdurende wisselwerking tussen de mogelijkheden van buitenaf en de eigen kracht van binnenuit. Verandert het vraagstuk of thema dan verandert ook de omgeving. Zet een omgeving zich vast dan verdwijnen zowel de mogelijkheden als de eigen kracht van de gebruiker en wordt een vraagstuk of thema complexer. De omgeving is dan niet toegerust op het vraagstuk of thema. Dan wordt het tijd om los te laten en vanuit nieuwe betrokkenheid en bewustzijn een nieuwe omgeving op te bouwen.

Maria Montessori

We zien een interessante parallel met de ‘voorbereide omgeving’, een van de meest bekende beginselen van Maria Montessori (1949). Alle activiteit van de leraar beschouwt Montessori als voorbereiding. De leraar bereidt zich voor op het ‘help mij het zelf te doen’ van de leerling. De leraar stemt af op de lerende en laat de lerende vervolgens zijn eigen weg gaan. Montessori beschrijft de leraar in de school die zich voorbereidt en vervolgens een positie inneemt van nieuwsgierige waarnemer. Is de omgeving voorbereid dan kan de lerende als gebruiker van de omgeving zijn eigen weg gaan. Doet de lerende dan niet wat je als leraar had verwacht, zeg dan niet de lerende doet het niet goed, maar bereid je opnieuw voor.

Invalshoeken en betrekkingsniveaus

Een mogelijkmakende omgeving vormt zich vanuit verschillende invalshoeken en betrekkingsniveaus en richt zich op het organiserend vermogen om vraagstukken aan te kunnen. Het zelforganiserend vermogen van de gebruiker staat centraal. Het (zelf)organiserend vermogen wordt versterkt door te ondernemen, te onderzoeken, te ontwikkelen en te ontwerpen en ondersteund door de eigen netwerken van de gebruiker, de gemeenschap waar de gebruiker deel van uit maakt, de voorzieningen en diensten die betrokkenen bieden. De context wordt gevormd door het vraagstuk of thema.